Woorden en zinnen uit les 60: het postkantoor
Engels | Nederlands |
post office | (het) postkantoor |
mail box | (de) brievenbus |
Put the letter in the mail box when you are done. | Doe de brief in de brievenbus als je klaar bent. |
letter | (de) brief |
I'm sending a letter to my friend in the US. | Ik stuur een brief naar mijn vriend in Amerika. |
to send | (ver)sturen |
stamp | (de) postzegel |
You need a stamp to send the letter. | Je hebt een postzegel nodig om de brief te versturen. |
package / parcel | (het) pakket |
I need to pick up a parcel at the post office. | Ik moet een pakket ophalen bij het postkantoor. |
mail man | (de) postbode |
The mail man delivers the mail every day. | De postbode brengt elke dag de post rond. |
The post office closes at 5pm today. | Het postkantoor is vandaag om 17 uur gesloten. |
sender | (de) afzender |
Who is the sender of this parcel? | Wie is de afzender van dit pakket? |
to receiver receiver | ontvangen (de) ontvanger |
The receiver of the parcel must sign upon received. | De ontvanger van het pakket moet tekenen bij ontvangst. |
sending something registered | aangetekend versturen |
I want to send this letter registered. | Ik wil deze brief aangetekend versturen. |
parcel locker | (het) pakketautomaat |
You can pick up your package at the parcel locker. | Je kunt je pakket ophalen bij de pakketautomaat. |
Klik hier voor meer informatie over Joyce van Dutch with Joyce.