Learn Dutch - Episode 10: hebben and zijn

hebben zijn

In this podcast series you will learn a few Dutch words and pronunciations every week in a few minutes. The lessons are in English and are hosted by Dutch teacher Joyce Diebels from Dutch with Joyce. In this episode you learn about the verbs hebben and zijn.


Words from lesson 10: hebben and zijn 
EnglishDutch
to havehebben
I haveik heb
you havejij hebt
he hashij heeft
she haszij heeft
we havewij hebben
you havejullie hebben
they havezij hebben
to bezijn
I amik ben
you arejij bent
he ishij is
she iszij is
we arewij zijn
you arejullie zijn
they arewij zijn
I am Joyce.Ik ben Joyce.
I am thirty.Ik ben dertig.
Wij have a home.Wij hebben een huis.
We are happy.Wij zijn blij.
He has a dog.Hij heeft een hond.
She is at work.Zij is op haar werk.

Share